De indexering geldt voor zowel de partneralimentatie als de kinderalimentatie en gaat in per 1 januari. De alimentatie wordt standaard bij vooruitbetaling gedaan wat inhoudt dat de indexering vanaf de maand januari wordt toegepast waardoor de alimentatiebetaler de verhoging toepast op de alimentatie die in december (vóór 1 januari) wordt overgemaakt. Iedere alimentatiebetaler is wettelijk verplicht om deze verhoging toe te passen. Indien de betaler de indexering niet vanzelf toepast dan kan de alimentatie-ontvanger dit bedrag gaan vorderen.
Het percentage van de indexering 2023 is vastgesteld op 3,4%. Je kunt de alimentatie als volgt berekenen; neem het alimentatiebedrag van dit jaar en vermenigvuldig dit bedrag met het percentage. Stel; je betaalt € 250,- aan alimentatie dan komt hier € 8,50 bij. De nieuwe alimentatie wordt dan € 250,- + € 8,50 = € 258,50 per maand.
De jaarlijkse indexering over de voorgaande jaren is als volgt vastgesteld:
2022 1,9%
2021 3%
2020 3,5%
2019 2%
2018 1,5%
Als alimentatiebetaler dien je de indexering zelf goed in de gaten te houden. Je ontvangt hier geen bericht van en het bedrag wordt niet automatisch aangepast. Als je de indexering niet zelf (jaarlijks) doorvoert dan kan de alimentatie-ontvanger het te weinig betaalde bedrag terug vorderen tot vijf jaar terug. Let wel, dit is de wettelijke regeling, mochten jullie andere afspraken hebben gemaakt in het convenant dan gelden deze afspraken.
Indien jullie als ouders een gezamenlijke kinderkostenrekening hebben dan ben je niet verplicht om de wettelijke indexering toe te passen. Jullie hebben dan samen als ouders overleg of de bijdrage van de ouders nog voldoet om alle kindgebonden kosten te dragen of dat de bijdrage dient te worden bijgesteld.
Mocht er in jouw leven meer zijn veranderd dan kan het raadzaam zijn om samen met de andere ouder opnieuw naar de lopende (alimentatie) afspraken te kijken.
Voor vragen of opmerking kun je natuurlijk ook contact met het Scheidingsbureau opnemen.
In veel gevallen worden deze gesprekken voor een groot deel vergoed en komt het alleen neer op een eigen bijdrage (van € 58,- of € 115,- per persoon).